Sanne

“Sanne’” is deel 1 van een serie essays. Daarin kun je ervaren hoe filosofische vragen over de relatie tussen taal, denken en de werkelijkheid, ruimte maken voor kinderen om zichzelf te laten zien. Kinderen te erkennen in hun manier van beleven helpt hen om te ontspannen, rust te vinden in hun hoofd, hun kracht te hervinden of te genezen.

Sanne loopt een stukje de heuvel op. Niet ver van waar ze woont in een klein dorp. Dat doet ze vaak. Zomaar. Met een vriendin om wat te kletsen. Alleen om de wind te voelen en te luisteren naar de bomen en de dieren. Soms, als ze daar een poosje zit komen de vogels heel dichtbij. Zo dichtbij dat ze bijna kan voelen hoe zacht hun veren zijn. Zonder dat ze die aanraakt. Sanne vergeet wel eens de tijd als ze daar zo zit. Dan komt haar vader haar ophalen. Zonder dat ze praten, pakt ze zijn hand en lopen ze samen naar huis. Ze houdt erg van deze korte wandelingen met haar vader. Als ze thuis komen strijkt haar moeder haar door haar haren en over haar gezicht. Een kus. Een glimlach. Als in een beweging gaat haar moeder weer naar het fornuis en zet een pan op tafel. Als een danseres. Soms zet haar moeder mooie muziek aan en dansen ze samen. Sanne houdt erg van zo dansen met haar moeder. Haar jongere broertje zit al aan tafel in zijn kinderstoel. Hij lacht. Sanne lacht terug. Een kus voor Robin. Sanne houdt erg van haar vrolijke broertje. Zo dansen er allemaal lichtjes in het hart van Sanne. En er is nog iets. Iets wat ze voelt en wat ze weet. Er is geen woord voor.

Ze loopt weer een stukje de heuvel op. Maar nu loopt ze verder door. De zon schijnt. Ze ziet de glinstering van de zon in de stenen. Op die plekken zitten echte diamanten in de grond, heel diep. Dat had Jarrel gezegd, een jongen uit haar klas. Haar vader had verteld dat het zilver in die stenen wat zo glinstert erts is. Even staat ze stil. Dag steen. In de beweging van de glinstering ziet ze een antwoord. Ze kijkt achterom en loopt dan door. Ze voelt de stenen door de dunne zolen van haar sandalen. Best hard, maar ook prettig. Ze loopt schuin de heuvel op naar het gras. Daar staat een kudde schapen te grazen. Ze hoort de schapen het gras afscheuren en kauwen. Een van hen kijkt op en ziet Sanne. Het schaap klappert met haar oren  tegen de vliegen. En kauwt gewoon door, haar kaken heen en weer bewegend. Ze kijken elkaar aan. Dag schaap. Een begroeting in alles wat ze waarneemt. De schapen lopen niet voor haar weg. Ze legt haar hand op een van hen. Het voelt zacht en een beetje vettig.

Sanne loopt verder. Ze voelt de wind langs haar gezicht, haar haar waait voor haar ogen. Een zachte wind. Schuin omhoog de heuvel op, komt ze bij de rand van het bos. Het ritselen van de bladeren omgeeft haar als ze het smalle bospad oploopt. Een lage tak zwenkt zachtjes heen en weer. Alsof het haar wenkt. Dag boom. Een begroeting in elke beweging. Op de grond bewegen lichtplekken; de zon door het bewegende bladerdak heen. Net een huis vind Sanne, zo onder de bomen en omgeven door geritsel van bladeren, een zachte wind, vogels die zingen en vogels die op de grond naar wormen en insecten scharrelen. Ze voelt de omgeving en alles in haar omgeving weet dat zij er is. Dag Sanne. Welkom Sanne fluistert de wind. Het plekje in haar hart licht op.

Dan mist ze ineens haar vader en moeder. Als ze het pad weer terugloopt wordt het al wat kouder. Ze neuriet een liedje dat ze kent van samen dansen met haar moeder.  Ze hoort hoe het zingen van een paar vogels heel mooi past bij haar eigen lied. Een begroeting in elke klank, in elke trilling. Van neurieen gaat ze zachtjes klanken maken. Ze kent de woorden niet, maar ze verzint gewoon wat. Niemand die het hoort. Maar zo voelt het niet. Ze voelt juist dat alles om haar heen haar hoort. Even laait de wind wat op en in het geluid van de wind en de bomen gaat ze vanzelf harder zingen. Oe dat klinkt mooi! Ze hoort haar eigen stem, ze hoort haar eigen stem tussen de vogels en de bladeren heen als een. Hoe beter ze luistert hoe makkelijker ze zingt. Het lijkt wel alsof het luisteren haar klanken geeft, haar vanzelf laat zingen. Helemaal blij gaat ze ervan huppelen. Sanne zingt de wind de vogels en de bomen. En de bomen en de wind en de vogels zingen Sanne.

Aan de voet van de heuvel ziet haar vader een huppelend figuurtje verschijnen. Hij is opgelucht. Want hij herkent Sanne met haar wapperende blonde haren. En hij is boos. Ze had niet alleen zo ver mogen gaan. Het wordt al donker. Thuis is haar moeder nog ongerust. Dat is begrijpelijk. Maar wat gebeurt er met het lied van Sanne en het licht in haar hart en al haar begroetingen, wanneer ze haar vader boos heeft gemaakt en haar moeder ongerust? Het zou natuurlijk mooi zijn als ze zou zeggen: ik begrijp dat jullie boos of ongerust zijn, maar ik heb een heel mooi lied gezongen, wil je het horen?

Hoe kan ze haar ervaring, zichzelf in die eenheid, vertellen of laten klinken? Daar zullen misschien nog kansen genoeg voor zijn. Wanneer ze met haar vader naar huis loopt of met haar moeder danst. Geen probleem.

Maar nu is Sanne ziek. Nu is het belangrijk om opzoek te gaan naar haar verhaal, haar ervaring. Dat plekje in haar hart. In de zorg voor Sanne en de aandacht die ze krijgt van haar arts, is het belangrijk om haar manier van beleven te zien en te erkennen. Dat is eigenlijk voor elk kind belangrijk. Het geeft een vorm van ontspanning die werkelijk effect heeft op het lichaam. Dat helpt haar proces van genezen. Dit is een andere ontspanning dan die we vinden in afleiding. Deze ontspanning is er een waarin je met heel je lichaam, met heel je wezen de ruimte en veiligheid voelt om aanwezig te zijn. Net zoals in de begroetingen van Sanne; dat zijn ontmoetingen met heel jouw zijn, ontmoetingen waarin je volledig aanwezig bent. Eigenlijk zo dat er op een bepaalde manier geen verschil lijkt tussen jou en jouw omgeving. Of anders gezegd; je voelt je in overeenstemming met de omgeving.

Het is heel goed mogelijk dat haar vader of moeder, en misschien wel allebei, deze ervaring van Sanne herkennen. Het is heel goed mogelijk dat kinderen zo’n ervaring van eenheid, zo’n ervaring van directe communicatie met de omgeving, bij ouders wakker maken. Kennen we het allemaal?

Sanne groet de stenen de bomen de vogels. Dat vinden we raar. Stenen praten niet en groeten zeker niet terug. We willen nog wel meegaan in wat we dan de fantasie van kinderen noemen. Maar zijn dan toch van mening dat het niet echt is. Wanneer een kind dat anders beleeft, betekent het dat wat hij of zij beleeft niet echt is. De begroetingen van Sanne bestaan dan niet. Dat voelt vreemd en onveilig. Het verschil tussen haar en de omgeving is dan iets te groot. Herken je dit?

In de ervaring van Sanne bevinden we ons eigenlijk op dit gebied: er is op een bepaalde manier geen verschil tussen haar en de omgeving, zij voelt zich daarin opgenomen en er is wel een verschil tussen Sanne en de omgeving; zij is Sanne en de boom is boom. In onze alledaagse manier van denken kan dit niet. In onze alledaagse manier van denken en spreken lijkt er geen ruimte voor dit gebied. Iets kan niet wel en tegelijk niet het geval zijn, of een beetje wel en ook weer niet. De taal die bij dit denken past, kan moeilijk werkelijk deze ervaring verwoorden. Dit is helemaal niks nieuws. Waar onze gewone alledaagse taal misgrijpt, daar vinden we in de taal van de kunsten de mogelijkheid om onze levenservaringen te uiten. Betekent dit dan dat de ervaring van kinderen zoals Sanne ons aan ons jasje trekken? Dat zij zeggen: he, wil je met mij die andere taal spreken, wil je met mij op een andere manier communiceren? Wil je met mij de heuvel op lopen en even stil zijn? Met jou ben ik veilig en in de stilte is er ruimte voor mij. In die stilte is er ruimte.

Ja, natuurlijk willen we dat. Ook al begrijp je er op dit moment misschien even helemaal niets meer van. En misschien ook ontwaakt ergens in jou een enthousiasme. Want je voelt wel dat dit avontuur ook jou iets geeft.

En een echt avontuur is het. Niet zomaar iets. We komen op vragen over de relatie tussen taal, denken en de werkelijkheid. Het betekent dat wat je denkt dat waar is en wat je zo vanzelfsprekend vindt, misschien niet de hele waarheid is. Nee, dat is niet zomaar iets. Grote mensen noemen dat filosofie. Dat is van oorsprong een Grieks woord en het betekent letterlijk liefde (filo) voor wijsheid (sofie). Kinderen hebben die liefde van nature; een natuurlijke nieuwsgierigheid om de wereld en het leven te onderzoeken en ontdekken.

Met filosofische vragen over wat taal is en hoe taal zich verhoudt tot de werkelijkheid, met de vraag naar wat waarheid is, daarmee kunnen we alles wel op zijn kop zetten. Wat is dan waar? Wat moet je dan geloven? Waarin vinden we dan nog houvast? De liefde voor wijsheid geeft ons met die liefde ook een leidraad. Dan weten we alvast iets: Sanne is waar en jij bent waar. Want ik zou toch zeggen dat dat liefde is. Wat we gaan ontdekken zijn de ontmoetingen. Wijsheid vinden we dan juist daar; in ontmoetingen. Je weet wel, zoals Sanne op de heuvel. Dat is dus iets anders dan willen uitmaken wie er gelijk heeft. Ja, ik zei het al, het is een avontuur. En zeg nou zelf, voel jij niet ook iets in jezelf dat begroet wil worden? Ga je mee?

In het volgende deel bezoeken we een aantal filosofen die ons inzicht geven in taal en hoe de beleving van kunst ons een ander deel van de werkelijkheid laat zien. Wat is dan dat andere deel? Hoe kan onze aandacht daarvoor Sanne helpen om beter te worden? Hoe werkt die diepere vorm van ontspanning? Voor deze vragen zullen we ook aanwijzingen vinden in de wetenschap.

 

Jeannette Monshouwer is verbonden aan de Universiteit van Leiden als docent filosofie bij Biomedische Wetenschappen. Vanuit haar eigen praktijk geeft zij meditatietechnieken. Klank heeft daarin een speciale plaats. Zij houdt zich bezig met de verschuiving van het paradigma van de wetenschap naar een wereldbeeld dat ruimer is dan een puur materialistische opvatting. Daarin stelt zij de vraag welke mogelijkheden dat biedt voor de geneeskunde. Zij schrijft en vertelt hierover. Zij spreekt uit eigen ervaringen en een breed ontwikkelde kennis die zij opdeed in studies verpleegkunde, filosofie, psychologie, een opleiding tot energetisch healer, en haar werk als kunstenaar en docent. Haar missie: in samenwerking met de reguliere zorg meditatievormen te bieden aan hulpverleners, ouders en kinderen, met het doel kinderen te helpen genezen.